Wachtlijststress

3 november 2013

‘Wat?’ met grote ogen kijkt de moeder me aan. ‘Heb je je jongens nog niet opgegeven voor voetbal?’. Ik schrik. Nu ik de crèche, de school en de BSO rond heb, dacht ik dat het wel even klaar was met de wachtlijsten. Verkeerd gedacht dus. . . .

 ‘Dat lukt je noooooit meer!’ vervolgt de moeder en rolt met haar ogen. We staan in de tuin van de crèche waar onze jongste zonen dikke vrienden zijn geworden. ‘Maar. . . . , ik weet nog helemaal niet of ze wel willen voetballen’ stamel ik. ‘Dat maakt toch niks uit? Je moet ze voor alle voetbalclubs opgeven, dan kunnen ze in ieder geval terecht als ze wèl willen!’ reageert ze. ‘En je weet toch wel wanneer je de hockey moet opgeven hè?’. ‘Eehh ja’ antwoord ik met een benepen stem. Ik heb geen idee. De moeder loopt weg. ‘En wel ’s nachts om 12 uur hè? Anders ben je daar ook te laat voor!’ roept ze nog over haar schouder voordat ze door de poort van de crèchetuin verdwijnt. Moedeloos til ik mijn zoon op en fietsen we naar huis.

Thuis zet ik gelijk de computer aan en surf naar alle voetbalclubs in Utrecht. Het wordt me al snel duidelijk. Met een zoon van 4 en een van 2 lukt het me nooit meer om een plekje op een van de clubs te bemachtigen. ‘Wat ben je aan het doen mama?’ mijn oudste zoon sloft de kamer binnen. Ik zit driftig te typen. ‘Ik schrijf jullie in voor voetbal’ zeg ik terwijl mijn vingers haastig over de toetsen bewegen. ‘Voetbal?’ reageert mijn zoon verbaasd. ‘Maar ik wil helemaal niet op voetbal!’. ‘Dat weet je maar nooit!’ reageer ik norser dan de bedoeling. ‘Als jij ooit op voetbal wil kan dat niet als ik je nu niet opgeef!’. Mijn zoon kijkt me aan alsof ik gek geworden ben en loopt schouderophalend de kamer uit.

Een jaar later zit mijn oudste zoon op judo. Al zijn vriendjes zitten erop dus hij heeft het reuze naar zijn zin. Maar na de zomervakantie gaat hij naar groep drie. Met zijn zwemdiploma bijna in de pocket wordt het hoog tijd serieus na te denken over wat voor sport hij de komende jaren wil gaan doen. Op school wordt druk gelobbyed door de moeders, om de vriendjes van hun kinderen op dezelfde sport te krijgen. ‘Wil je volgend jaar op judo blijven?’ vraag ik mijn zoon tijdens het eten. ‘Nee!’ antwoordt hij luid en duidelijk. Ik ben verbaasd. Dacht dat hij het zo naar zijn zin had. ‘Waarom dan niet?’ vraag ik. ‘Dan moet ik veel te hard sporten’ zegt hij en daarmee is de discussie afgerond.

De dag nadert dat je je kind kan opgeven voor hockey. Dat kan alleen op een bepaalde datum en dan worden de kinderen op volgorde van binnenkomst geplaatst. Met de woorden van de moeder bij de crèche nog in mijn achterhoofd schuif ik op dè datum om 0.00 uur achter de computer en schrijf mijn zoon in voor de twee hockeyclubs die Utrecht rijk is. Ik lijk wel gek. Slaperig zit ik achter de computer, terwijl mijn oudste zoon helemaal geen type is voor hockey en ik bijna zeker weet dat dit niet zijn toekomstige sport wordt. Maarja, je weet maar nooit. . .

Nadat we te horen hebben gekregen dat mijn nachtelijke sessie zijn vruchten heeft afgeworpen, rijden we op een vroege zaterdagochtend naar het hockeyveld. Mijn zoon vindt er niets aan en staat ongeïnteresseerd met zijn duim in zijn mond naar het veld te kijken. Dit in tegenstelling tot zijn jongere broertje die niet is te houden van enthousiasme. Maar hij is nog te jong om op hockey te gaan. Teleurgesteld gaan we naar huis. Eindelijk hadden we ergens plek, maar het is duidelijk dat dit geen succes wordt. Van geen van de voetbalclubs hebben we nog iets gehoord.

‘Ik wil toch op judo blijven’ besluit mijn zoon dan op een dag. Hij klinkt niet erg overtuigd. Dan krijg ik het bericht dat de judo wordt verzet naar een andere dag, waardoor het logistiek onmogelijk is om daar nog naartoe te gaan. Alle vriendjes van mijn zoon gaan er nu af, dus ook die sport kunnen we afstrepen. De voetbalclubs blijven nog steeds akelig stil. . .

Vlak voordat we op vakantie gaan krijg ik plotseling van twee voetbalclubs te horen dat mijn oudste zoon daar terecht kan.’Ik wil alleen maar met Bram voetballen!’ reageert mijn zoon nors als ik het nieuws vertel. Bram, zijn beste vriendje, voetbalt natuurlijk net bij de club waar we geen plek hebben. Op het moment dat ik er echt moedeloos van word, krijg ik een bericht van deze voetbalclub dat niet mijn oudste zoon, maar mijn jongste daar is geplaatst. Ik zie dit als een kans om alsnog een plek voor mijn oudste zoon te krijgen, maar de wachtlijst voor zijn geboortejaar blijkt zo lang bij deze populaire club, dat dit onmogelijk lijkt. De hele zomervakantie ben ik ermee bezig.

We gaan op vakantie en vergeten de wachtlijststress voor een paar weken om er bij thuiskomst weer in volle hevigheid in terug te keren. Op de een na laatste avond van de zomervakantie word ik gebeld met de mededeling dat mijn oudste zoon eindelijk plek heeft bij de gewilde voetbalclub. Een opluchting maakt zich van mij meester. Het heeft veel moeite gekost, maar het is gelukt. Ik hoop dat hij voorlopig niet op een andere sport wil. . . .

Liefs,

Laura

Delen op Facebook
Delen op Pinterest

Lees ook

corrigerend-ondergoed-1

Zo word je als moeder minder onzeker over je lichaam na de geboorte van je zoon

Ben je onlangs moeder geworden? Niet alleen is dat een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in je leven, ook kan...
ONTPLOFFINGSGEVAAR, IK ONTPLOF TEGEN MIJN KINDEREN

ONTPLOFFINGSGEVAAR

“DANIËL NIET DOEN! Kijk nou eens wat een zooi je hebt gemaakt. Kom er maar gelijk uit het is klaar...
samen in de tuin werken, groene vingers, kind tuin werken, plantjes planten, opvoeding

Groene Vingertjes

Sinds het lente is en de dagen steeds zonniger worden is dat voor ons het teken om de tuin onder...