Het is avond. Ik heb mijn 2 kinderen net op bed gelegd en Veerle slaapt al. Ik blijf altijd op de overloop zitten op een krukje totdat beide kinderen slapen. Dat vinden ze fijn omdat ze een beetje bang zijn in het donker. waar denkt mijn kind aan
Wat gaat er in dat koppie rond?
Ineens zit mijn kleine Viking rechtop in bed. Ik zie dat hij me nodig heeft en ik loop naar hem toe. Dan begint hij vanuit het niets vreselijk hard te huilen. Ik schrik ervan. Dat ben ik niet van hem gewend.
Ik sla mijn armen om hem heen en zijn lijfje schokt tegen me aan. ‘Lieverd, wat is er?’ vraag ik. ‘Ik mis papa zo’ zegt hij. Er gaat een steek door mijn lijf. Papa. Papa woont niet meer bij ons. Mijn ex is een jaar geleden weggegaan. Hoewel we nog heel goed met elkaar omgaan en hij de kinderen vaak ziet, is er nog veel verdriet bij ons allemaal. Sverre heeft er het meeste last van.
Ik denk even diep na, ‘Zullen we papa even FaceTimen?’ vraag ik. Even later kijkt papa Sverre aan via het kleine schermpje. Sverre veegt zijn tranen weg en verteld zijn vader dat hij hem zo mist. Met zijn drietjes spreken we af dat Sverre een nachtje extra bij zijn vader mag slapen deze week. Niet lang daarna zakt hij in een diepe tevreden slaap weg. Fijn dat dit zo kan.
Waar denk mijn kind aan
Sverre is nu 7 jaar. En iedere keer verwonder ik mezelf wat er in zijn koppie rond gaat. Kleine vraagjes worden grote vragen. En kleine probleempjes worden groter. Hij is steeds vaker bang om dood te gaan. Kan daar echt wakker van liggen. Het feit dat hij ooit doodgaat, is genoeg om hem ontzettend bang te maken. Het eerste antwoord dat ik hem geef na deze vraag, ‘Maar er komt ooit een dag dat je heel oud bent en dat het genoeg is, en dat je graag naar de hemel gaat’ laat hem alleen maar harder huilen. Ik moet dit anders aanpakken, maar hoe? Mijn hoofd weet het niet. Moet ik liegen en zeggen dat er over 100 jaar vast niemand meer doodgaat aan een enge ziekte of misschien zelfs ouderdom? Of moet ik eerlijk zeggen dat er voor iedereen een eind komt? De ene kant wil hem geruststellen en de angst wegnemen, maar mijn andere kant wil ook niet liegen.
Moeilijke vragen
Ook andere vragen passeren regelmatig, sommige leuk en ander moeilijk, hoe word je verliefd op iemand? Waarom voelt zijn buik zo raar aan als hij naar Anna uit zijn klas kijkt? Wat zijn de bloemetjes en de bijtjes waarover het buurmeisje praat? Waarom is hij verdrietig als hij aan doodgaan denkt? En waarom is papa nou eigenlijk weg? Papa en ik kunnen toch ‘gewoon’ weer verliefd op elkaar worden?
Ik probeer zo goed mogelijk antwoorden te geven. Sommige vragen gaan me goed af, maar hoe moet ik hem in hemelsnaam uitleggen waarom zijn vader weg is? Voor dat antwoord is hij veel te klein. Ik kan hem moeilijk de waarheid vertellen. Pas veel, heel veel later zal ik hem de aangepaste versie vertellen.
Gevoelens van mijn kind neem ik heel serieus
In Jip en Janneke taal kom ik een heel eind. Ik wil de gevoelens van mijn kind heel serieus nemen. Dat is belangrijk. Ook dat hij weet dat hij met iedere vraag bij mij terecht kan komen. En gelukkig zijn de meeste vragen best leuk om te beantwoorden. Wat zeg nou eerlijk, het verhaal in Jip en Janneke taal, over de bloempjes en de bijtjes, is ook voor een volwassene, best vermakelijk toch?
–