In een waterrijk land als Nederland is het heel belangrijk dat je je kunt redden in het water. Hiervoor heb je toch zeker wel enkele zwemdiploma’s nodig. Je hoort regelmatig, zeker in de zomer, vreselijk nieuws over verdrinkingen en dit zijn echt niet alleen kinderen die verdrinken. Zodra je kind oud genoeg is, mag jij jezelf iedere week minstens een keer, maar vaak ook twee keer, naar het zwembad slepen voor het leed wat zwemles heet. En als je pech hebt, is de zwemles supervroeg en moet je je kind uit zijn jongensbed of meisjesbed halen om iets te doen waar ze meestal geen zin in hebben. Alsof jij op die zwemles zit te wachten…
Beginnen met zwemles
Hoe sneller je je kind kunt laten wennen aan het water, hoe beter. Vaak zijn kinderen die vanaf dat ze baby zijn regelmatig (bijvoorbeeld met babyzwemmen) meegaan het zwembad in, sneller gewend aan zwemles. Er wordt vaak wel een vorm van zwemmen voor kinderen van 0 tot 4 gegeven. Dit is aan te bevelen, omdat juist deze leeftijdsgroep schrikbarend vaak in het water in de problemen komt. Zwemles voor diploma A is voor kinderen vanaf de leeftijd van 4,5 tot 5 jaar geschikt.
Pas op die leeftijd mag je verwachten dat je kind de kracht en motoriek in huis heeft om het zwemmen onder de knie te krijgen, uitzonderingen daargelaten natuurlijk. De Nationale Raad Zwemveiligheid raadt aan om ook niet eerder te beginnen met zwemles, zonde van je geld. De eisen die aan het behalen van een A-diploma zijn gesteld, zijn gewoonweg te lastig voor een kind van ongeveer 3 jaar. En kinderen van 4 hebben even genoeg aan de overgang naar de basisschool. Het heeft dan ook geen enkele zin om voor de leeftijd van 4,5 jaar te starten met zwemles.
Een A-diploma is genoeg, toch?
Nee, nee, en nog eens nee. Met een A-diploma begint het pas. Het A-diploma omvat echt de basis. De technieken heeft je kind in meer of minder mate onder de knie. In een rustig zwembad zonder golfslag zou het zich op korte afstanden kunnen redden, maar meer ook niet. Bij het B-diploma worden de technieken meer verfijnd, er wordt langer onder water gezwommen en er moeten langere afstanden afgelegd worden. Naast het verfraaien van technieken, draait het dus ook om het uithoudingsvermogen en dus langer kunnen zwemmen. Het beste is om je kind A, B en C te laten halen wil je er zeker van zijn dat je kind zich ook redt wanneer het in open water valt. Bij het C-diploma leren ze bijvoorbeeld ook hoe ze met een jas aan moeten zwemmen, hoe ze de rust moeten bewaren als ze plotseling in het water vallen, hoe het voelt om over de kop in het water te vallen en hoe je bijvoorbeeld met behulp van de helphouding rustmomenten kunt toepassen wanneer je ongewild in het water bent belandt. Alleen dan kun je er vrijwel volledig op vertrouwen dat je kind zich redt. Het leed wat zwemles heet, is toch heel belangrijk, even doorzetten dus!
–