Ik ga mijn jongste zoon uit bed halen na zijn middagslaapje. Wat meestal een gezellige bezigheid is, is in de fase waar hij nu in zit zeer vermoeiend. Meteen als ik binnenkom begint hij enthousiast te wijzen en die!, die! te roepen. Ik kijk achter me wat hij zou kunnen bedoelen, maar kan niks ontdekken. Die!, Die! roept hij nu iets harder en met zijn wijzende vinger probeert hij duidelijk te maken wat hij bedoelt. Ik snap het nog niet. ‘moet de deur dicht?’ vraag ik want hij wijst heel duidelijk naar de deur. ‘Nee!, die, die!’ roept hij nu wat harder. ‘Wil je deze dan?’ Ik probeer maar wat. ‘Nee!!, Die!, Die!’ Hij wijst fanatiek en probeert dwingend met zijn vingertje iets duidelijk te maken. Ik probeer nog wat dingetjes uit, maar dat is het allemaal niet. Ik voel me een beetje boos worden, wat natuurlijk nergens op slaat, maar dit is zo frustrerend.
Middagslaapje
Ondertussen loop ik maar even de kamer uit, want misschien bedoelde hij dat hij nog even door wil slapen en ik weg moet? Het wordt wel stil in de kamer als ik eruit loop, dus opgelucht ga ik weer naar beneden. Maar een minuutje later wordt duidelijk dat dat toch niet was wat hij bedoelde. Een keihard gekrijs komt uit het kamertje van mijn jongste zoon. Ik voel de behoefte boven komen om nog even beneden te blijven en nog niet terug te gaan. Maar het gekrijs wordt zo erg dat ik het niet meer kan negeren. Poging nummer twee. ‘Die!, dat!, die!’ Schreeuwt hij direct als ik binnenkom. Tranen van frustratie rollen over zijn wangen.
Een en al frustratie komt eruit
Omdat ik echt niet weet wat hij bedoelt haal ik hem, onder luid protest, uit bed en probeer op de commode zijn slaapzak uit te trekken. Zijn verzet is zo hevig dat het niet lukt en ik hem boos en gefrustreerd met slaapzak en al op de grond neerzet. Hij loopt zo goed en zo kwaad als het kan richting een tafeltje dat in de hoek van de slaapkamer staat. Hij pakt een van de boekjes die erop ligt en loopt met een grote grijns van oor tot oor weer terug naar de commode waar ik beduusd sta toe te kijken. ‘Die!’ roept hij heel blij en houdt het boek omhoog.
Ik moet ineens ontzettend lachen
Op dat moment is mijn boosheid en frustratie als sneeuw voor de zon verdwenen en moet ontzettend lachen. Ik besef opeens dat het voor dit mannetje nog veel moeilijker is dan voor mij. Je weet precies wat je wil maar je kan niet duidelijk maken wát je wil: hoe frustrerend is dat?
Ik trek zijn slaapzak uit en gezellig keuvelend over die en dat en koe en boe begrijpen we elkaar weer als nooit tevoren. Hopelijk houden we dit lang genoeg vast totdat hij kan praten en me duidelijk kan maken wat hij wil als hij ergens zijn zinnen op heeft gezet. Zodat we deze frustrerende fase weer achter ons kunnen laten. . . .
Liefs,
Laura