Ik woonde een tijdje in een nieuwbouwwijk. Totdat ik er woonde had ik een hekel aan nieuwbouwwijken. Alle woningen hetzelfde, opgesteld in lange rijen. Daarnaast een groep van net andere woningen, allemaal in diezelfde, rechte rijen. Met dezelfde tuintjes, dezelfde voordeur. En daar tussendoor rechte stroken groen gras en water. Veel water.
Nieuwbouwwijk
De nieuwbouwwijk waar ik woonde was ook zo, maar ik woonde er prima. Voor de jongens was het er heel leuk, met allemaal speeltuintjes en evenementen die werden georganiseerd. Zo werd er een voetbaltoernooi georganiseerd voor de kinderen uit de buurt. Natuurlijk wilde ik dat mijn jongens mee zouden doen. Aan de ene kant omdat het leuk is voor kinderen aan zo’n sportief en sociaal evenement mee te doen, maar aan de andere kant misschien ook wel een klein beetje omdat dit voetbaltoernooi werd georganiseerd door een heel-fijn-om-naar-te-kijken-hele-bekende-Nederlandse-acteur. Deze heel-fijn-om-naar-te-kijken-hele-bekende-Nederlandse-acteur woonde bij mij in de straat. Voor het gemak noem ik hem maar even ‘buurman B’.
Voetbaltoernooi
Mijn oudste zoon was in eerste instantie niet zo enthousiast. Ik koos voor de achteloze strategie. Dus liet ik zo af en toe vallen dat het toch wel heel leuk is om mee te doen aan zo’n voetbaltoernooi, dat daar heel veel leuke kindjes zijn en dat daar bovendien vast heel veel lekkere dingen voor de voetballertjes zouden zijn. En het had effect. Op een dag kondigde mijn zoon stralend aan dat hij zeker mee wilde doen aan het voetbaltoernooi.
Na dagen van regen was het dan eindelijk zover. De zon scheen en het voetbalveld lag er stralend bij, vrolijk versierd met gekleurde vlaggen en ballonnen. De eerste wedstrijd durfde mijn zoon het nog niet aan in het veld te staan en probeerde in mijn broek te verdwijnen. Toen zag hij achter mij een tafel vol met lekkers. Maarja, dat was helaas alleen voor de kindjes die voetbalden. Opeens stond hij te popelen om mee te doen.
Als een ware voetbalster schreed hij even later het veld op. En daar ging hij, rennend over het veld de bal achterna. Opeens had hij de bal te pakken. Als een echte van Persie stoof hij met de bal over het veld, richting het doel. Hij gaf de bal een harde trap en. . . ja! De bal rolde keurig in het net. Zijn papa en ik stonden juichend aan de kant. Totdat een van de ouders die ook langs de kant stond chagrijnig zei “het was in zijn eigen doel hoor”. Even verstomde ons gejuich. We keken elkaar teleurgesteld aan. Toen herpakten we onszelf en begonnen weer te juichen. Buurman B knipoogde. Ik was trots, trots op mijn zoon die voor het eerst een voetbalwedstrijd speelde en scoorde. Ookal was dat in zijn eigen doel. Weet hij veel. Hij scoorde en daar was ik trots op.
Toen de wedstrijd afgelopen was wist mijn zoon niet hoe snel hij naar de tafel met lekkers moest lopen. Dat had hij nu wel verdiend. De rest van de middag wilde hij het veld niet meer op. Hij had zijn plicht gedaan en zijn buit binnen. Aan het eind van de dag moest hij nog één keer het veld op. Voor de prijsuitreiking. Zijn team was toch nog tweede geworden. Buurman B hing de medaille charmant om de nek van mijn zoon. Ik zag de ogen van mijn zoon glimmen van trots. Die van mij genoten nog even van Buurman B.
Zo was het een hele leuke middag in deze nieuwbouwwijk, die ik inmiddels weer heb verruild voor de binnenstad van Utrecht. De wijk die toch een beetje mijn hart gestolen heeft. Ik mis haar soms best. . .