Voor het eerst naar school

1 september 2015

Al maanden heeft hij het erover. Mijn kleine mannetje gaat voor het eerst naar school! Op de creche zijn al veel van van zijn vriendjes vier geworden en dus naar school gegaan. Dat dit in zijn hoofdje een heel eigen leven ging leiden had ik pas door toen hij terug kwam van een paar dagen logeren bij opa en oma. Ik vroeg hem of het leuk was geweest. ‘Ja, heel leuk!’ antwoordde hij enthousiast gevolgd door ‘maar nu ga ik nooit meer bij opa en oma logeren’. ‘Waarom niet?’ vroeg ik verbaasd. ‘Ik ga toch bijna naar school?’ was zijn reactie. Ik snapte niet wat dit met het logeren te maken had, maar dat werd me al snel duidelijk. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was zei hij ‘ik kom toch pas terug uit school als ik achttien ben?’ en voegde daar nog aan toe ‘ik ga je wel missen hoor mama’.  Mijn arme, lieve schat dacht dus dat als hij eenmaal naar school gaat, daar tot zijn achttiende zou blijven zonder tussendoor naar huis te komen. Het kostte me grote moeite dit uit zijn hoofd te praten en duidelijk te maken hoe het werkelijk zit. Hij snapte er niets van. Hij had al zijn vriendjes van de crèche zien vertrekken naar school. Geen van hen kwam ooit nog terug. . . .

Dan is het zover. De eerste wendag op school. Omdat mijn zoontje vlak voor de herfstvakantie vier wordt, mag hij al direct na de zomervakantie beginnen. Mijn zoon heeft er reikhalzend naar uitgekeken en is op de dag zelf vroeg uit de veren van spanning. Het verloopt allemaal prima. Als ik hem ophaal vertelt hij honderduit over wat hij die dag allemaal heeft gedaan. ‘Maar’ zegt hij teleurgesteld ‘ik heb nog niet leren schrijven’. Op mijn vraag of hij aan de juf heeft gevraagd of ze dat al gaan leren zegt hij schouderophalend ‘ach nee, ik zag zo al wel dat we dat nog niet gingen doen’.  Mijn wijsneus.

Na twee prima verlopen wendagen is het een week later serious business. We hebben afscheid genomen van de crèche en mijn zoon moet nu alle dagen naar school, overblijven en naar de BSO. De eerste échte dag dat ik hem wegbreng huilt hij tranen met tuiten. Hij klampt zich aan mijn been vast waardoor ik met moeite wegkom. De juf trekt hem van mij af en met een steen in mijn maag kijk ik nog eenmaal door het raampje van zijn klas voor ik me omdraai en naar huis ga. Als ik hem ’s middags ophaal zie ik een gebroken kereltje, met dikke ogen van het huilen, het schoolplein oplopen. Ik voel een steek van pijn door mijn hart gaan. Ik sluit hem in mijn armen en wil hem niet meer loslaten. Hij ziet er zo kwetsbaar uit, zo klein en breekbaar. Ik wil hem het liefst beschermen tegen deze grote boze buitenwereld. Ik wil hem meenemen naar huis om hem vervolgens nooit meer onder mijn vleugels vandaan te laten gaan.

De realiteit is dat ik hem de volgende dag toch weer naar school breng. Mijn vakantie, die ik had genomen om hem te begeleiden in het naar school gaan, zit erop en ik moet weer aan de bak. Vanaf het moment dat mijn zoontje die dag wakker is, om 5.30 uur, tot aan het moment dat we de school binnen lopen huilt hij hartverscheurend. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik wil het liefst zelf heel hard meehuilen, maar slik mijn tranen weg. De juf trekt hem weer van mijn been los en met lood in mijn schoenen loop ik de klas uit. Op mijn werk huil ik tranen met tuiten en probeer dat beeld van mijn lieve, kleine, verdrietige ventje zo alleen in die grote klas met allemaal kindjes die ouder zijn dan hij te verdringen.

Om 12 uur gaat mijn telefoon. De juf. Het gaat echt niet, of we hem willen ophalen. De rest van die week verloopt in ditzelfde patroon. Mijn zoon is mijn zoon niet meer. Hij eet zijn boterhammetjes niet, zegt geen woord meer en kruipt ’s ochtends om 5.30 uur gestressed en huilerig naast mij in bed.

De tweede week breekt aan. Ik heb het hele weekend besteed aan boekjes lezen met mijn zoon over school en we praten wat af. Over wat er niet leuk is aan school, waarom de dag zo lang duurt en wat er op welke dag gaat gebeuren. We verzinnen samen een oplossing zodat hij langzaam kan wennen aan het ritme van de lange schooldag.

Aan het eind van de tweede week heb ik mijn zoon weer terug. Hij kletst honderduit en rent vrolijk op me af als ik hem kom ophalen. Wat ben ik trots. Mijn kleine, grote kereltje, onder mijn vleugels vandaan, op weg naar de grote mensenwereld. . .

Liefs,

Laura

Delen op Facebook
Delen op Pinterest

Lees ook

corrigerend-ondergoed-1

Zo word je als moeder minder onzeker over je lichaam na de geboorte van je zoon

Ben je onlangs moeder geworden? Niet alleen is dat een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in je leven, ook kan...
ONTPLOFFINGSGEVAAR, IK ONTPLOF TEGEN MIJN KINDEREN

ONTPLOFFINGSGEVAAR

“DANIËL NIET DOEN! Kijk nou eens wat een zooi je hebt gemaakt. Kom er maar gelijk uit het is klaar...
samen in de tuin werken, groene vingers, kind tuin werken, plantjes planten, opvoeding

Groene Vingertjes

Sinds het lente is en de dagen steeds zonniger worden is dat voor ons het teken om de tuin onder...